Waar zijn de strategen?

De Nieuwe Vrije Eeuw
4 min readMay 8, 2022

--

Door Mark Thiessen

Deze week konden we in de kranten lezen dat Nederland niet goed voorbereid is op een nieuwe uitbraak van de corona-pandemie. Dat we in 2020 niet goed genoeg voorbereid waren, dat was nog te vergeven. De vorige flinke pandemie vond zo’n 100 jaar geleden plaats en was uit ons collectieve geheugen gegrift. Maar dat we nu al niet meer op een pandemie zijn voorbereid, terwijl de vorige nog geen 2 maanden voorbij is, dat is bijzonder. Hoe is zo iets mogelijk in een land dat stikt van de slimme politici, ambtenaren en beleidsmakers?

De wereld der problemen was nog niet zo lang geleden erg overzichtelijk. Noem een jaartal en het bepalende politieke probleem schiet als vanzelf te binnen. 2010? De economische crisis. 2015? De Europese vluchtelingencrisis, natuurlijk. 2020? Corona.

Die tijd van overzichtelijke problemen lijkt voorbij. Want welk probleem kenmerkt dit jaar? Het is moeilijk kiezen. Is het inflatie? De Russische dreiging? Toch de dreigende klimaatramp? De staart van corona? Stikstof? Energie?

De komende jaren zullen niet gekenmerkt worden door één overkoepelend probleem, maar door een reeks tegelijk spelende en vaak met elkaar samenhangende problemen. Grote problemen. En vrijwel al deze problemen hebben één overeenkomst: we wisten dat ze eraan kwamen, maar waren toch te laat met ons erop voorbereiden. We waren druk met andere zaken.

Het legt een van de grote problemen van onze democratie bloot: het wordt niet beloond om op strategische wijze bezig te zijn met lange termijn-uitdagingen. In plaats daarvan zijn onze politici gevangen door het slaaplied van de actualiteit. Dan mis je wel eens iets.

Want terwijl onze politieke bubble de afgelopen tijd bezig was met zichzelf — met Sywert van Lienden en Hugo de Jonge, met Sigrid Kaag en Frans van Drimmelen — sijpelde in de marge af en toe het voorprogramma door van de grote problemen van straks. Wetenschappers die alarm sloegen over het veel sneller dan verwacht smeltende ijs op de pool. Een noodkreet over onze capaciteit om een volgende corona-uitbraak te bestrijden. En momenteel het beste voorbeeld van het gebrek aan strategisch lange termijn-denken in onze politiek: het investeren in een uitgeholde krijgsmacht, terwijl het eigenlijk al te laat is.

Om ervoor te zorgen dat je land ook in de toekomst sterk blijft zijn strategen op leiderschapsposities nodig. Mensen die weten waar ze heen willen en daar een plan voor hebben. Mensen die weten wat er op ons afkomt en daar nu al op inspelen. Op de leiderschapsposities zijn ze moeilijk te vinden. Waar zijn de strategen dan?

Het drama rondom Metoo en D66 deed mij ineens denken dat in Westerse democratieen strategen vooral te vinden zijn in het communicatieveld. Bij de beeldstrategen. Want daar loont het in ons systeem wel om ver vooruit te denken. Om in te spelen op gevaren die nog voor je liggen. Het probleem bij D66 is dat de beslissers daar een belangrijke les vergaten: dat het voor de lange termijn altijd het slimste is om gewoon het juiste te doen.

Je vraagt je af hoe dit zo kan zijn in onze democratie. Komen onze politici er niet aan toe om aan problemen van de lange termijn te werken? Of loont het niet? Beiden zijn waar. Omdat voor politici zelf de bedreigingen van het heden in de actualiteit liggen, zijn ze vooral daarmee bezig en worden ze erdoor opgeslokt. Omdat ze niet gestraft worden voor problemen die pas veel later ontstaan, loont het niet direct om er veel tijd aan te besteden.

En dan dringt zich dezelfde conclusie op als bij D66 en de metoo-kwestie: het gaat niet langer om het juiste te doen, maar om te doen wat loont. De prikkels van ons systeem zijn wat dat betreft verkeerd. Als je wilt blijven zitten, is het als politicus in een democratie niet per se in je belang om bezig te zijn met de toekomst. Je haalt er geen krantenkoppen mee. En door kiezers wordt het niet op waarde geschat. Worden strategen zo door ons eigen systeem eruit gefilterd en enkel op communicatieposities neergezet? Dat is een probleem, want voor het systeem en voor het collectief is het juist wel belangrijk dat er strategen aan de macht zijn.

Goed leiderschap is niet alleen zo lang mogelijk blijven zitten. Het is juist ook de keuzes maken waar niemand nu om vraagt, maar die ons wel veilig en welvarend houden in de toekomst. Ook al word je er niet meteen voor beloond en misschien zelfs bestraft door de kiezer. Het zou de maat moeten zijn voor leiderschap in een democratie: in het heden het juiste doen, voor nu en voor de toekomst, ook al doet het pijn. Denken aan de lange termijn als een strateeg en met een plan. Of je nou Rutte, Kaag of Klaver heet. Dan was onze krijgsmacht nu wel in staat geweest om onze landsgrenzen te verdedigen, waren we veel verder in onze strijd tegen klimaatverandering en zouden we voorbereid zijn op de volgende pandemie.

Mark Thiessen voor De Nieuwe Vrije Eeuw (www.twitter.com/thiessenmark)

--

--

De Nieuwe Vrije Eeuw

Zoeken naar de ideeën, mentale modellen en innovaties die nodig zijn om de uitdagers van de vrijheid in de 21e eeuw te verslaan.