Stop de groeiende kloof op de huizenmarkt

De Nieuwe Vrije Eeuw
4 min readSep 10, 2021

--

Erik Verweij ziet een splitsing in zijn generatie: de huizenkoper en de huizenzoeker. Een ongelijkheid die niet te rechtvaardigen is.

Het lijkt een soort ongeschreven natuurwet te zijn dat elk gesprek bij een verjaardag of housewarming (voor diegenen die geluk hebben gehad) uiteindelijk eindigt bij een discussie over de huidige verziekte huizenmarkt. Er wordt overgetoept met nare verhalen over bezichtigingen waarvoor zelfs de reservelijst al binnen enkele uren vol was, aankoopmakelaars die duizenden euro’s vragen om toegang te geven tot een onzichtbare marktplaats nog vóórdat een veel te duur huis op Funda verschijnt, of er wordt gelachen om de bedragen die bij het overbieden op tafel komen — regelmatig zonder succes. Ongeveer de helft van de aanwezig lacht, de andere helft lacht meewarig maar huilt of schreeuwt vanbinnen.

De huizenmarkt wordt dagelijks vanuit allerlei invalshoeken besproken in het nieuws en op social media. Sommigen hebben het vooral over bewoners van sociale huurwoningen die zouden worden uitgemolken. Anderen lijken vooral geïnteresseerd in de gevolgen van migratie en een zogenaamde toestroom van asielzoekers. Weer anderen hebben het uitsluitend over bouwen, bouwen en nog eens bouwen. Als deze groepen al met elkaar spreken, dan gaat dit vaak gepaard met krachttermen en verwijten.

Waar te weinig over wordt gesproken — en wat nog een groot probleem gaat worden — is de manier waarop de haves en de have-nots uit elkaar gaan groeien en elkaar niet meer (willen) begrijpen.

Ik zie het om mij heen gebeuren. Verschillende mensen die dezelfde studie hebben gedaan, tegelijkertijd zijn gaan werken voor vergelijkbare werkgevers en een vergelijkbaar inkomen verdienen. De huizenkoper heeft vlak na de financiële crisis een woning gekocht, de woningzoekende heeft slechts een woning gehuurd voor een toen nog redelijke prijs. Beiden hebben dezelfde achtergrond, maar hebben wel een andere keuze gemaakt met betrekking tot hun eerste woning.

Deze mensen staan vandaag mijlenver uit elkaar als rechtstreeks gevolg van de exploderende huizenmarkt. De huizenkoper heeft zijn huis in enkele jaren met honderdduizenden euro’s in waarde zien stijgen, de woningzoekende heeft hooguit een paar duizend euro kunnen sparen. De huizenkoper verkoopt zijn woning met tonnen overwaarde, de woningzoekende verzwijgt zijn studieschuld om zo veel mogelijk te kunnen lenen bij een bank. De huizenkoper koopt een indrukwekkende gezinswoning, de have-not delft kansloos het onderspit op deze oververhitte markt tussen de haves en de vermogenskrachtige investeerders. Ongelijke uitkomsten zijn niet per se erg — zo weet de liberaal — zo lang deze ongelijkheid te rechtvaardigen valt. Dat is allang niet meer zo.

Dit kan op grote schaal uiteindelijk tot gevolg hebben dat de twee elkaar niet meer begrijpen. De woningzoekende doet nog zijn best wel om blij te zijn voor de huizenkoper, maar kan een gevoel van jaloezie of afgunst nauwelijks onderdrukken. De huizenkoper doet zijn best om begrip te hebben voor de situatie van de woningzoekende, maar begrijpt niet écht het gevoel van onmacht en frustratie van nét achter het net te hebben gevist en de twijfel of het juiste moment óóit nog gaat komen om alsnog in te stappen.

Tussen onbekenden wordt het nog erger. Rationele discussies op basis van inhoudelijke argumenten met een uitwisseling van ideeën lijken onmogelijk. Veel belangrijker lijkt het om een schuldige aan te wijzen en te bepalen wie de “vijand” toch is. Wie de grootste woorden vindt om schande te spreken van “hen die dit hebben aangericht”, wint — de prijs blijft onduidelijk. Het lijkt haast alsof het uitspreken van verontwaardiging en aanmoedigen van blinde haat tegenover de “ander” belangrijker is geworden dan het vinden van een oplossing voor het probleem waar de discussie mee beginnen is. Het zou zonde zijn als een probleem niet op korte termijn op de best mogelijke manier wordt opgelost, maar het zou een ramp zijn als wij op langere termijn überhaupt een hekel aan de “ander” gaan ontwikkelen en nooit meer met elkaar praten.

In Uncivil Agreement beschrijft Lilliana Mason hoe de Amerikaanse samenleving door een discussie over een politiek thema zodanig is verdeeld en gepolariseerd, dat groepen ook over andere politieke thema’s — en vervolgens überhaupt — niet meer met elkaar willen praten. Leden van één groep ontwikkelen een blinde afkeer tegen leden van de andere groep, en omgekeerd hetzelfde verhaal. Het kan niet de bedoeling zijn dat de huizenmarkt deze lastig te keren trend óók in ons land veroorzaakt. Het is absurd dat íedereen — van links tot rechts — ondertussen ziet dat de huizenmarkt een probleem is, maar dat we niet op een constructieve manier in gesprek kunnen blijven over de meest effectieve oplossing.

Beschouw dit niet als een oproep om géén kritiek te hebben op gevoerd of bestaand beleid, maar zie dit als een pleidooi vóór een opbouwend dialoog vanuit de aanname dat ondertussen iederéén de wens en intentie heeft om het probleem van de huizenmarkt op te lossen. Dat gesprek is alleen mogelijk wanneer mensen van links tot rechts bereid zijn stokpaardjes los te laten. Ook liberalen. Dit is een absolute noodzaak voor de toekomst van een samenleving met een gezond functionerende democratie, en maakt verjaardagen en housewarmings ook nog eens een stuk gezelliger.

Door Erik Verweij https://twitter.com/erikpjverweij

--

--

De Nieuwe Vrije Eeuw
De Nieuwe Vrije Eeuw

Written by De Nieuwe Vrije Eeuw

Zoeken naar de ideeën, mentale modellen en innovaties die nodig zijn om de uitdagers van de vrijheid in de 21e eeuw te verslaan.

No responses yet